Maak kennis met Anil Man Tuladhar
In de rubriek ‘Maak kennis met’ spreken we met Anil Man Tuladhar. Hij is neuroloog in het Radboudumc. Sinds 2020 vervult hij binnen het ROAZ Acute Zorgregio Oost de rol van voorzitter van het regionale netwerk acute neurologie.
Wat doet het regionale netwerk acute neurologie?
“Het regionale netwerk acute neurologie wordt gevormd door neurologen uit de ziekenhuizen en vertegenwoordigers van de huisartsen en ambulancediensten. Ook een aantal ziekenhuizen van buiten onze ROAZ-regio nemen hieraan deel. We komen twee keer per jaar bij elkaar om de samenwerking te bespreken, na te gaan waar die beter kan en daar afspraken over te maken.”
Welke onderwerpen spelen er binnen het netwerk?
“In 2015 is er regionaal beleid opgesteld voor de beroertezorg. Daarin is vastgesteld dat huisartsen(posten) en ambulancediensten alle patiënten met de verdenking van een beroerte naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis verwijzen. Daar wordt een scan gemaakt van de hersenen en wordt beoordeeld of een intraveneuze trombolyse (IVT) mogelijk is. Dit is een behandeling met bloedverdunners om stolsels op te lossen. Ook wordt gekeken of er een afsluiting is van één van de grote hersenvaten die met een endovasculaire trombectomie (EVT) behandeld kan worden. Bij deze behandeling verwijderen we het stolsel in de hersenen via een katheter. EVT wordt in onze ROAZ-regio alleen in Rijnstate en het Radboudumc uitgevoerd.”
“Maar sinds 2015 is er veel veranderd in de tijd die verstrijkt tussen het ontstaan van de eerste symptomen van een beroerte en het moment dat een IVT of EVT gestart kan worden. Zo kan de IVT tot 12 uur na aanvang van de klachten uitgevoerd worden bij geselecteerde patiënten, dat was 4,5 uur. EVT kunnen we tot 24 uur na aanvang van de klachten uitvoeren bij geselecteerde patiënten, terwijl dat voorheen tot maximaal 6 uur was. Om te beoordelen of een IVT of EVT nog zinvol is moeten nieuwe beeldvormende technieken gebruikt worden. Inmiddels zijn die in bijna alle ziekenhuizen in onze regio geïmplementeerd. Toen dat nog niet zo was, hebben we binnen het regionale netwerk afspraken gemaakt over welk ziekenhuis die beoordeling doet. Ook hebben we met de huisartsen en ambulancediensten afgesproken in welke situaties zij met een A1- of A2-rit naar een ziekenhuis rijden.”
“Daarnaast bespreken we tijdens ons halfjaarlijks overleg de kwaliteitsindicatoren voor de beroertezorg: Hoeveel patiënten met een beroerte zien we in de regio en hoe zijn die verdeeld over de ziekenhuizen? Hoeveel daarvan krijgen een IVT- of EVT-behandeling? Hoe lang duurt het voordat de behandeling gestart wordt, is er vertraging bij het stellen van de diagnose of starten van de behandeling en waar komt dat door? En wat zijn de uitkomsten van de behandeling? Samen gaan we na op welke punten we onze zorg kunnen verbeteren.”
Wat levert het regionale netwerk op?
“Door het bespreken van onze samenwerking en de uitkomsten van onze zorg, kunnen we leren van elkaar en ons beleid bijstellen waar nodig. Tijdens onze laatste bijeenkomst hebben we bijvoorbeeld ook casuïstiek besproken. Daardoor zien we dat ziekenhuizen soms verschillend handelen. Dat komt mede doordat er voor bepaalde onderwerpen geen landelijke richtlijnen zijn. Waar mogelijk proberen we dat uniform te maken en vanuit het ROAZ regionaal beleid op te stellen.”
“Een mooi voorbeeld daarvan is het TIA-protocol waar we mee bezig zijn, samen met de huisartsen en ambulancediensten. In dat protocol leggen we vast in welke situaties huisartsen en ambulanceverpleegkundigen met een neuroloog overleggen, wanneer een patiënt moet worden opgenomen of poliklinisch worden geanalyseerd, welke analyses er uitgevoerd moeten worden, wanneer er gestart wordt met medicatie en welke medicatie dat is. Door het protocol is voor alle partijen duidelijk hoe ze moeten handelen. Daarmee willen we bereiken dat patiënten in onze regio overal dezelfde zorg krijgen met zo min mogelijk vertraging.”
Hoe ervaar je de samenwerking binnen de regio?
“Goed! We hebben een actieve groep deelnemers en we voeren interessante discussies over hoe we de zorg het beste kunnen organiseren. Het is fijn om je collega’s uit de regio te leren kennen. We nodigen in het netwerk ook onderzoekers uit die een studie uitvoeren die van belang is voor onze regio. Zo’n onderzoeker vertelt dan over het onderzoek, wat er verwacht wordt van de huisartsen, ambulancediensten en ziekenhuizen en wat het doel van de studie is. Onlangs is bijvoorbeeld de DIST-studie gestart. Daarbij wordt het effect van een minimale invasieve endoscopie-geleide chirurgie bij een hersenbloeding onderzocht.”
“De samenwerking in ons netwerk is echt teamwork, we leren van elkaar en zorgen er samen voor dat patiënten de juiste zorg krijgen op de juiste plek.”