Maak kennis met Jan Peter Rake

30 maart 2023

In de rubriek ‘Maak kennis met’ spreken we met Jan Peter Rake. Hij is voorzitter van het regionale netwerk acute kindzorg dat in 2021 in het leven is geroepen, en kinderarts en medisch directeur van het Radboudumc Amalia kinderziekenhuis.

 

Hoe is het netwerk acute kindzorg ontstaan?

“Vlak voor de zomer van 2021 was er een onverwachte opleving van het RS-virus. In diezelfde periode hadden we door ziekteverzuim en vakanties minder bedden beschikbaar. Deze combinatie leidde tot een uitdaging in de beddencapaciteit in onze regio. Voor mij was dat aanleiding om de kinderartsen van de ziekenhuizen in onze regio met elkaar in contact te brengen, zodat we konden afstemmen hoe we de onze capaciteit in gezamenlijkheid zo optimaal mogelijk in konden zetten. Eerst ging dit informeel via een Whatsapp-groep. Maar nadat ik dit besprak met Bertine Lahuis, voorzitter van het ROAZ Acute Zorgregio Oost en mijn bestuursvoorzitter bij het Radboudumc, kregen we voor de acute kindzorg een plek binnen het ROAZ. Met de ondersteuning van AZO die daarbij hoort. Dat was fijn want daarmee was de samenwerking ook meteen geborgd. Inmiddels hebben we periodiek online bijeenkomsten en spreken we elkaar in tijden van drukte soms wekelijks en minder vaak als het rustiger is. Ook de huisartsen- en ambulancezorg worden betrokken als de agenda daarom vraagt.”

 

Wat doet het netwerk acute kindzorg?

“In eerste instantie ging het met name om afstemming over de capaciteit van Medium Care bedden en het monitoren van drukte in de verschillende ziekenhuizen. Zodat we de pieken bij drukte in de acute kindzorg beter het hoofd konden bieden. Waarbij we als regio ook gezamenlijk de verantwoordelijkheid voelen dat we in het Radboudumc voldoende kinder-IC bedden beschikbaar hebben voor kinderen die deze intensieve zorg echt nodig hebben. Hiervoor is het nodig dat kinderen die niet meer IC-behoeftig zijn, vlot kunnen worden teruggeplaatst. Bij drukte geven alle ziekenhuizen nu tweemaal daags via de website Kindzoektbed.nl hun beschikbare bedden door. Kinderen liggen zo ook niet onnodig te wachten op een SEH omdat er geen bed beschikbaar is, maar gaan rechtstreeks naar het ziekenhuis dat wel capaciteit heeft.”

 

“We hebben ook afspraken gemaakt over hoe we regionaal planbare zorg afschalen als er in de gehele regio geen bedden meer zijn voor kinderen die acute zorg nodig hebben. Zodat niet in het ene ziekenhuis alle planbare zorg wordt afgeschaald om alle kinderen met een acute zorgvraag een bed te bieden, terwijl in een ander ziekenhuis alle planbare zorg door kan gaan.”

 

“Tijdens rustigere periodes stemmen we af over regionale richtlijnen. Voor jonge kinderen met een virale luchtweginfectie hebben we afgesproken bij welke saturatie zij moeten worden opgenomen en bij welke saturatie ze weer naar huis mogen. Dat was namelijk niet in alle ziekenhuizen gelijk. Hierdoor werden kinderen waar geen plek voor was in een bepaald ziekenhuis, voor een opname doorgestuurd naar een ander ziekenhuis, terwijl ze volgens de daar geldende richtlijnen bij die saturatie niet eens opgenomen hoefden te worden. Ook hebben we eenduidige afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder kinderen door hun ouders vervoerd mogen worden van het ene naar het andere ziekenhuis, zodat er geen ambulancevervoer nodig is.”

 

Wat levert het netwerk op?

“Je hebt het netwerk nodig om goede zorg te leveren. Zeker in de acute kindzorg waar het met pieken en dalen gaat. Samen kun je de beschikbare capaciteit beter benutten. Die is namelijk samen meer dan de som van de losse delen. Door onze samenwerking langs de medische lijn, hebben ook de betrokkenen uit de verschillende ziekenhuizen die ‘over de bedden gaan’ elkaar gevonden en een eigen netwerk gevormd. We hebben in dat kader ook ideeën verkend over het uitwisselen van personeel tussen de ziekenhuizen in tijden van capaciteitsproblemen. HR-technisch vraagt dit nog veel uitwerking. Maar ook in praktische zin komt daar een en ander bij kijken: hoe werk je bijvoorbeeld in een elektronisch patiëntendossier dat je niet kent? Ik hoop wel dat we ook hierin uiteindelijk regionale resultaten kunnen boeken. En dan denk ik ook aan nog betere samenwerking met kinderthuiszorgorganisaties waar zeer kundige kinderverpleegkundigen werken. Als kinderen eerder naar huis kunnen, ook nadat ze acuut ziek zijn geweest, zijn ze eerder terug waar ze horen, en komen ook bedden weer beschikbaar. Wat daarnaast waardevol is aan het netwerk is dat we elkaar nu beter kennen en elkaar daardoor makkelijk weten te vinden.”

 

Hoe ervaar je de samenwerking?

“Ik hoop dat de deelnemers in het netwerk net als ik, het idee hebben dat we het echt samen doen. De meeste patiënten worden in de algemene ziekenhuizen gezien en geholpen. In het Radboudumc Amalia kinderziekenhuis zouden we ons nog meer mogen focussen op de zorg die niet op een andere plek kan plaatsvinden. Mijn insteek in de regionale samenwerking is dan ook faciliterend. Vragen wat er nodig is en daarbij helpen.”

 

Wat wil je bereiken met het netwerk acute kindzorg?

“Ik werk nooit met een stip aan de horizon, want dat zou betekenen dat ik nu al moet weten wat de toekomst ons brengt. Daarvoor verandert de wereld en wat er nodig is te snel. Ik denk dat het beter is om te werken vanuit heldere uitgangsprincipes, bijvoorbeeld gaan voor ‘de juiste zorg op de juiste plek’ of ‘een kind niet in het ziekenhuis behandelen als dat ook thuis kan’. Op basis van zulke principes maak je keuzes die op dat moment nodig zijn. Zo ook voor dit netwerk. Door mensen en ideeën in onze regio met elkaar te verbinden hoop ik de acute zorg voor kinderen een beetje beter te maken. In de spreekkamer kon ik als kinderarts een groot verschil maken voor één patiënt, in mijn rol als medisch directeur van het Radboudumc Amalia kinderziekenhuis maar ook als voorzitter van dit netwerk hoop ik een klein verschil te kunnen maken voor veel patiënten.”