Maak kennis met Valentijn Waltmans
In de rubriek ‘Maak kennis met’ spreken we met Valentijn Waltmans. Hij is sinds september 2022 medisch adviseur bij de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) voor de rijdende dienst. Daarbij neemt hij ook de taak van coördinator Bureau Medische Advisering op zich.
Wat houdt je rol als medisch adviseur in?
“In 2020 ben ik gestart als medisch adviseur op de meldkamer Arnhem-Nijmegen. Vanaf september vervul ik deze rol ook voor de rijdende dienst. Dit doe ik met een team van twee SEH-artsen en een physician assistant. Samen vormen we Bureau Medische Advisering, waar ik de coördinatie voor ga doen. Onze taken zijn gericht op het behouden en verbeteren van de kwaliteit van zorg. Zo bewaken we de vakbekwaamheid van ambulancezorgprofessionals, onderzoeken we calamiteiten en dragen we bij aan het implementeren van nieuwe richtlijnen, zoals het nieuwe Landelijke Protocol Ambulancezorg (LPA9). Wat mij betreft is onze voornaamste taak om samen met de ambulancezorgprofessional aan het werk te zijn en deze vanuit ons vakgebied te faciliteren in hun persoonlijke professionele ontwikkeling. Daarvoor werken we intensief samen met Bureau Medische Advisering van Gelderland-Zuid.”
Welke ontwikkelingen spelen er in de ambulancezorg?
“We zijn bezig met de pilot Zorgcoördinatiecentrum samen met de huisartsenzorg en acute GGZ en het nieuwe LPA komt eraan. Voor beide onderwerpen is het belangrijk om in gesprek te zijn met alle betrokken ketenpartners en om de onderwerpen op dezelfde manier met elkaar aan te vliegen. De ambulancezorg heeft veel ketenpartners. Denk aan ziekenhuizen, huisartsen(posten) en GGZ-instellingen, maar ook politie en brandweer. Het is goed als onze processen op elkaar zijn afgestemd en daarover stemmen we af in verschillende overleggen. Als de samenwerking ergens niet goed verloopt, brengen we dat ter sprake. Waar lopen we tegenaan, wat kan beter?”
Welke uitdagingen zie jij binnen de acute zorg?
“Het is algemeen bekend dat de hele keten te maken heeft met personele krapte. Ik verwacht niet dat dat zomaar gaat veranderen. Dat is lastig en maakt het een uitdaging om tijd vrij te maken voor afstemming en overleg, terwijl dat wel belangrijk is. Het leveren van ‘de juiste zorg, op de juiste plek, door de juiste zorgverlener, op het juiste moment’ is een grote uitdaging waarvoor afstemming met elkaar belangrijk is. We moeten voorkomen dat personele krapte leidt tot het inzetten van suboptimale zorg. Daarmee is de patiënt namelijk niet het beste geholpen en wordt de keten nog verder belast, doordat alsnog een andere ketenpartner moet worden geconsulteerd of doordat onnodig aanvullende zorg wordt ingezet.
Binnen de ambulancesector is de implementatie van het nieuwe LPA een uitdaging. Dat is niet een kwestie van de nieuwe app delen en iedereen succes wensen. In het nieuwe protocol verandert met name de manier van denken voor ambulancezorgprofessionals. Zij zullen nog bewuster de stappen in het proces doorlopen; aankomst bij de patiënt, anamnese, lichamelijk onderzoek en klinisch redeneren. Hiervoor is het zogenoemde SPART-model ontwikkeld. Ambulancezorg Nederland heeft een video gemaakt met duidelijke uitleg over dit model.”
In welke overleggen binnen het ROAZ gaan we je tegenkomen?
“Ik denk in elk geval bij diverse regionale netwerken/focusgroepen. Veel ketenpartners heb ik vanuit mijn rol als medisch adviseur voor de meldkamer al ontmoet. Ik denk dat het belangrijk is om periodiek met elkaar te overleggen. Soms zal ik daarbij zelf aansluiten, maar dat kan ook een andere collega [of afgevaardigde] zijn vanuit Bureau Medische Advisering. Als gevolg van Covid-19 zijn diverse overleggen op een lager pitje komen te staan en spreek je elkaar vooral op momenten dat het niet zo goed gaat in de samenwerking. Eigenlijk is het veel beter om elkaar ook te spreken als het wél goed gaat. Natuurlijk zitten alle partijen met personele krapte dus tijd voor structureel overleg is echt een investering. Daarom hoop ik dat we ondanks tekortkomingen in de personele bezetting een manier vinden om samen kwalitatief goede zorg te blijven bieden.”
Wat vind je leuk aan je werk?
“Ik vind het fijn als ambulancezorgprofessionals me weten te vinden om een casus na te bespreken of als ze een vraag hebben. Wanneer ik fysiek op de meldkamer en ambulancepost aan het werk ben, kunnen zij makkelijk naar me toekomen om iets te delen. Vanuit mijn ervaring op de meldkamer weet ik hoe waardevol zulke gesprekken zijn. Dat vind ik het leukste onderdeel van mijn werk.”