Optimalisatie van slachtofferzorg na incidenten met gevaarlijke stoffen

10 oktober 2024

Onlangs zijn drie richtlijnen rondom de aanpak van incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS) geactualiseerd en op elkaar afgestemd. Deze actualisaties dragen bij aan een verbeterde samenwerking en coördinatie van de zorg voor slachtoffers van IGS, zowel op de plaats van het incident als tijdens het vervoer naar en de opvang in het ziekenhuis. Vanuit Acute Zorgregio Oost hebben Maurice Peters (adviseur Risicomanagement, crisisbeheersing en OTO – Acute Zorgregio Oost) en Jacco Vis (veiligheidskundig adviseur – Rijnstate) bijgedragen aan de optimalisatie van twee van deze documenten. Daarnaast zetten zij zich in voor het versterken van de samenwerking rondom incidenten met gevaarlijke stoffen in onze regio. Maurice neemt daarbij het initiatief om een expertgroep op te zetten die zich richt op het maken van duidelijke afspraken tussen zorgverleners.

 

Opzetten expertgroep in onze regio

Maurice: “Vanuit het netwerkbureau Acute Zorgregio Oost (AZO) starten we een expertgroep om samen te werken aan een eenduidige aanpak voor incidenten met gevaarlijke stoffen.” Deze groep bestaande uit beleidsadviseurs, crisiscoördinatoren en aandachtsfunctionarissen van ziekenhuizen, amulancediensten, huisartsenposten, GHOR en GGD deelt kennis en maakt afspraken. “Met deze expertgroep onderzoeken we of er al afspraken bestaan in onze regio over het vervoer en de opvang van IGS-patiënten, bijvoorbeeld het primair opvangen van patiënten bij bepaalde ziekenhuizen. Als deze afspraken er nog niet zijn, bekijken we na of het nodig is om die afspraken alsnog te maken.”

 

Belang van snelle en goed afgestemde zorg

Maurice benadrukt het belang van een goed georganiseerde hulpverlening bij incidenten met gevaarlijke stoffen: “Het is essentieel dat de hulpverlening aan slachtoffers ter plaatse, de zorg onderweg, en de zorg in het ziekenhuis snel, effectief en goed op elkaar afgestemd zijn. Dit was het uitgangspunt bij de ontwikkeling van deze nieuwe handreiking en leidraad waarbij de eigen veiligheid altijd centraal staat.” Samen met veel stakeholders is er een zorgvuldig proces doorlopen waarbij de input van professionals is meegenomen en er afstemming is geweest met hun achterban.” Jacco: “Om de belangen van de zorgverlener voldoende te borgen zijn vertegenwoordigers van de beroepsgroepen in de werkgroep betrokken en is de handreiking getoetst bij arbeidshygiënisten en de beroepsverenigingen van betrokken zorgverleners.”

 

Balans tussen snelle behandeling en veilige zorg voor de zorgverlener

Jacco licht het belang van een evenwichtige aanpak in de zorg toe: “Het is natuurlijk van belang dat we zorgverleners goed beschermen tegen secundaire blootstelling (onbedoelde blootstelling van een zorgverlener aan gevaarlijke stoffen via een patiënt.). Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek ‘eigen veiligheid in perspectief’ van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) dat het risico van secundaire blootstelling in de meeste gevallen erg klein is. Maar door het treffen van zware beschermende maatregelen kan wel veel tijd verloren gaan voordat een zorgverlener met het behandelen van de patiënt kan beginnen. Hierdoor kan de prognose van de patiënt verslechteren terwijl de risico’s voor de zorgverlener feitelijk beperkt zijn. Het centrale punt van deze handreiking is daarom het maken van een pragmatische afweging tussen het belang van een snelle behandeling van de patiënt en voldoende veiligheid voor de betrokken zorgverleners”.

 

Geactualiseerde richtlijnen

  1. Handreiking ‘Samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen’
    Deze nieuwe handreiking van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) beschrijft de multidisciplinaire samenwerking tussen brandweer, politie, ambulancezorg, GGD/GHOR, gemeente/bevolkingszorg en meldkamer. De focus verschuift van decontaminatie naar optimale zorg voor het slachtoffer, waarbij decontaminatie een onderdeel kan zijn.
  2. Rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’
    Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC Utrecht heeft dit rapport vernieuwd om hulpverleners bewust te maken van het beperkte risico dat gecontamineerde slachtoffers vormen. De nadruk ligt op proportioneel gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) om onnodige vertraging van levensreddende zorg te voorkomen.
  3. Leidraad ‘Acute ziekenhuiszorg na incidenten met gevaarlijke stoffen’
    Deze leidraad vanuit het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) biedt een uniforme aanpak voor de ziekenhuisopvang van slachtoffers van IGS. Het document bevat richtlijnen over benodigde faciliteiten, rollen en taken, en aanbevolen trainingsactiviteiten voor betrokken zorgverleners.

 

Kijk voor meer gedetailleerde informatie over de nieuwe richtlijnen en documenten het nieuwsbericht Optimalisatie van slachtofferzorg na incidenten met gevaarlijke stoffen op het OTO-kennisportaal.